Mijn reis naar Nepal, Australië, Japan en ….

Knipperende lampjes, geluiden van speelautomaten en muziekanten op de straat, auto’s met platte neuzen, hondjes met aparte kapsels, een meisje met een konijnenmuts op haar hoofd waarvan de oren bewegen, een taal die ik zelden gehoord heb, mensen die netjes in de rij gaan staan voor de metro, vreemde geuren. Mijn eerste uren in Tokyo zijn een beetje overweldigend. Toen ik een hostel zocht in Tokyo ging ik voor goedkoop en dicht bij een groot treinstation. Nu blijkt dat ik midden in Shinjuku zit, het bruisende uitgaansgedeelte van Tokyo.

De eerste dag in Tokyo doe ik rustig aan. Aangezien dit niet het seizoen is om Mount Fuji te beklimmen besluit ik wat spullen weg te geven. Een wandelbroek, drie shirts, twee vesten, wandelsokken en mijn wandelschoenen en wat andere spullen blijven achter in de gratis hoek in het hostel. En dat maakt mijn backpack meteen vier kilo lichter. Later op de dag bezoek ik een tempel. Die tempel blijkt heel druk te zijn en meteen duik ik onder in de cultuur van kimono’s, mensen in rijen waar ik niks van snap, octopus op een stokje en kom ik erachter dat werkelijk niemand Engels spreekt. Die middag besluit ik om meteen de nachtbus naar Osaka te pakken. Weg uit deze grote metropool, op weg naar Osaka waar ik een Japanse vriendin uit Brisbane ontmoet.

Ik geniet er enorm van om Micky weer te zien. Ze beantwoord de honderden vragen die ik na een paar dagen Japan al heb. Ze is een geweldige gids en laat me dingen zien en beleven die ik anders nooit had gevonden. We gaan samen naar een reuzenrad en we doen een fotoshoot in een fotohokje wat werkelijk hilarisch is. Op het eind krijg je een fotocollage en zien we hoe ik er uit zie volgens de Japanse schoonheidsidealen. Enorme ogen, een raar voorhoofd en roze lippen. Als ik de foto in mijn hostel aan een Frans meisje laat zien zegt ze dat ik meer op een porseleinen pop lijk.