Zolang we maar geen vitrage voor de ramen hangen

Het is half twaalf in de avond en ik sta lichtelijk gestrest voor een deur van een guesthouse in Hiroshima, Japan. “Waarom denk ik nooit verder na dan de komende uren?” Ik ben veel te laat met inchecken, heb geen internet en ik sta voor een dichte deur. Terwijl ik nadenk over de opties buiten slapen of terug naar de stad zie ik dat er achter één raam nog licht brand. Ik klop op het raam en hoop dat die persoon nog wakker is. En dan gaat de deur open.

Sinds dit avontuur ben ik samen met mijn vriend Jan. Aan zijn naam te horen zou je het niet zeggen, maar hij komt uit Duitsland. Jan opent nog steeds de deur voor me wanneer ik thuis kom van mijn werk. Ken je dat gevoel van tot over je oren verliefd? Ik dacht dat wanneer je ouder zou worden het langer zou duren voordat je iemand zou omarmen in je leven. Maar die dag samen in Japan had ik voor geen goud met iemand anders willen doorbrengen. Onze eerste date was een weekendje in mijn caravan in Nederland. Zo leer je elkaar meteen goed kennen!

Het is inmiddels zomer en ik ben net terug van mijn reis. Wat heerlijk om iedereen weer te zien! Na vele weekendjes in Nederland en Duitsland zijn we (zoals ze dat in Duitsland zouden zeggen) helemaal ‘verknallt’. Jan woont in de buurt van Chemnitz en werkt in het bedrijf van zijn ouders. Met de auto doet hij er zeven uur over om bij mij te komen. Ik ben tien tot twaalf uur onderweg in de trein en totaal vijf uur wanneer ik het vliegtuig pak vanuit Praag. We proberen elkaar zo veel mogelijk te zien. In Nederland spenderen we samen tijd samen in mijn huisje, gaan we een dagje naar Amsterdam, Den Haag en Valkenburg en zitten we op het terras bij de Achelse kluis. Jan ontmoet mijn familie en vrienden en we drinken samen een biertje op Leende kermis. Hij komt erachter dat Nederlanders zelden hun gordijnen gebruiken. Dat de politie het gedoogd dat we dronken fietsen. En dat we zo ongelofelijk lang zijn.

In Duitsland leer ik de Oost Duitse cultuur kennen. We gaan een paar dagen kamperen bij Spreewald en Saksonisch Zwitserland. Ik ervaar dat Duitsland veel mooier is als ik had verwacht. We drinken samen bier op het terras en spenderen tijd met zijn familie. Die me vergelijken met Rudy Carrel en me geregeld vragen het woord ‘hoerenzoon’ uit te spreken, aangezien het zo lief klinkt in het Nederlands. Die weekendjes in Duitsland zijn fijn maar ook zwaar. In Nederland heb ik een eigen plek waardoor we samen, alleen tijd door kunnen brengen. Jan woont bij zijn ouders en dat betekent dat er altijd mensen om ons heen zijn. In Oost Duitsland spreken ze geen Engels, maar Russisch. Toen ik op school zat heb ik welgeteld één jaar Duits gehad, maar het meeste Duits heb ik geleerd tijdens de skivakanties naar Oostenrijk. Dus verstaan lukt me wel, maar een fatsoenlijk gesprek voeren met zijn ouders is lastig. En na een barbecue met Jan z’n familie ben ik helemaal op. Wanneer ik nu naar Duitsland ga zorg ik dat ik onderweg naar de Duitse radio luister, zodat ik er meteen in zit wanneer ik daar ben.

De eerste maanden leren we elkaar kennen. We praten over onze toekomst samen en stellen elkaar voor aan familie en vrienden. Iedereen probeert een woordje Engels te praten en zelfs het vriendenweekend met mijn carnavalsvereniging is een succes. Wanneer we acht maanden samen zijn beginnen er dingen te veranderen. We merken dat we steeds meer moeite krijgen met de afstand tussen ons. En dan bedoel ik niet het aantal kilometers. Nog steeds reis ik met plezier tien uur om een paar dagen samen te kunnen zijn. Toch is er weinig wat ons samen verbindt en er is geen doel is waar we naar toe werken. We moeten gaan nadenken over onze toekomst samen.

Het nieuwe is eraf en we merken dat vrienden minder moeite doen om Engels te praten. Wat compleet logisch is maar daardoor raken we wat meer geïsoleerd in sociale evenementen. Ook tussen onszelf begint er wat te veranderen. Doordat we beide niet onze moedertaal spreken lopen we geregeld tegen miscommunicatie aan. We kennen niet het gehele vocabulaire in Engels en beschikken niet over de gezegdes die we kennen vanuit onze eigen taal. We denken vaak hetzelfde maar uitten op verschillende manieren onze gedachtes. Zo komen we erachter dat we twee verschillende talen spreken en twee verschillende persoonlijkheden hebben. Kunnen een rationeel en een emotioneel persoon, die niet hun moedertaal tegen elkaar spreken, overleven?

Tijdens de eerste maand hebben we het over cultuurverschillen gehad en we prijsden ons gelukkig dat we die nauwelijks tegen zouden komen. Maar langzaam komen we erachter dat we beide anders zijn opgegroeid. We hebben een ander schoolsysteem gehad. En dat merken we in de manier waarop we problemen aanpakken. Jan heeft als kind het einde van de DDR tijd meegemaakt en ik ben in totale vrijheid opgegroeid. Oost Duitsers doen er wat langer over om iemand te vertrouwen maar wanneer ze je in hun armen nemen zijn ze heel gastvrij en open. En dan merk ik wanneer ik met de familie van Jan rond de tafel zit. Problemen worden zo op tafel gegooid en iedereen weet alles van elkaar. Maar wel alleen binnen het gezin. Buiten het gezin zijn de mensen gesloten tegen elkaar. Waar we in Nederland van grote ramen houden, staan in Oost Duitsland vooral grote huizen met kleine ramen. Er is geen gemeenschapsgevoel zoals wij dat hier kennen. Jan staat raar te kijken wanneer ik uitleg wat carnaval is, en dat het allemaal door vrijwilligers georganiseerd word. Maar ook wanneer een vriendin op een feestelijke manier vertelt dat ze zwanger is, of wanneer we gaan kijken naar het nieuwe huis van mijn broer. Mensen in Oost Duitsland zouden zoiets niet doen. Ze laten niet graag zien wat ze hebben.

Liefde is hard werken en niet altijd zo glamoureus zoals de media het doet geloven. De weekenden dat je elkaar ziet probeer je leuke dingen samen te doen. Maar dat betekent dat we vooral de positieve dingen samen delen. Het is lastig om op deze manier diepgang in je relatie te krijgen. In onze zoektocht naar verbintenis en een toekomst samen zeg ik, zonder erbij na te denken: ‘Ik kom wel een jaar naar Duitsland toe’. En terwijl ik dat zeg weet ik dat onze liefde groot genoeg is om het te proberen. Ook al is het maar een voorstel, en weten we dat we beiden niet in Duitsland oud willen worden. ‘Zolang we maar geen vitrage voor de ramen hangen’.

4 thoughts on “Zolang we maar geen vitrage voor de ramen hangen

  1. Hoi Miranda.
    Erg mooi geschreven.
    Mooi zoals jullie dat doen.
    En de tijd zal t uitwijzen he.
    Heel veel geluk samen ??

  2. Knap hoe je jezelf met diepgang kan relativeren. Het is het krachtigste wat je bezit en je pad duidelijk kan volgen. Je schrijft dat je niet van vooruit kijken bent, maar juist door je relativerende vermogen, doe je dat dus altijd. Blijf je bewonderen en dus lezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *